dinsdag 22 oktober 2013

schuldbelijdenis



1.
Zijn mijn armen als open luiken
om de eenzamen te ontvangen,
om hen die struikelen te ondersteunen,
om hen die ik lief heb te omarmen,
om tot U te bidden God?

Zijn mijn ogen als open vensters
om hen die mij omringen beter te kunnen zien,
om hen die dwalen in het doolhof van hun zorgen beter te kunnen onderscheiden
om me meer te kunnen verbazen over Uw vertrouwen, God?


 Ontdoe ik mijn open hart van alle overlast;
stel ik het open voor allen?
Stel ik mijn hart open voor anderen hun ideeën?
Ben ik klaar om jou te zeggen Heer:
”Mijn hart is mijn huis van gebed?”


2.
Kom, Heer Jezus, zoek uw dienaar.
Goede Herder van de schapen: kom.
Laat even de 99 anderen
en zoek dat ene schaap dat verloren liep.
Zoek mij, want ook ik, Uw verdwaalde schaap
ben op zoek naar U.
Neem mij op en draag mij op Uw schouders.
Kom zelf; stuur geen knecht, geen huurling; kom zelf.
Draag mij op Uw kruis,
heilbrengende baken voor de verdwaalden;
rustplaats voor de vermoeiden;
levenwekkend teken voor de stervenden.
Kom Heer Jezus; kom en er zal bevrijding komen
en er zal vreugde zijn in de hemel.
                        (naar Ambrosius van Milaan)

 

 
3.
In mijn binnenste spreek ik met U, God.
Fluister ik mijn schuld en mijn twijfels.
Bij U vind ik gehoor en begrip.
Bij U vind ik vrede.
Al is het donker in mijn hart?
ik zoek Uw gelaat en prevel Uw Naam.
Zoals de wachters uitzien naar het licht van de morgen,
zo verlang ik naar U God, en naar uw tedere omhelzing
in een tijdloos bestaan…  Heer, ontferm U over ons.




4.
Geest van God die mensen bij elkaar brengt
en tot gemeenschap maakt,
ontsteek in ons het vuur van het begin.
Geest van God, geef uw warme liefde
aan hen die geslagen en gekwetst, vernederd en verlaten werden.
Behoed hen voor verbittering
en houd de wanhoop ver van hen.
Wees Gij hun veilige thuis
waar zij op adem komen en herleven.
Amen.


5.
Mijn Heer en mijn God,
in elke nieuwe morgen komt U mij tegemoet.
Laat mij U ontdekken in de schoonheid van de natuur,
in de ogen van een medemens,

in de stilte van mijn hart.
Jezus Christus, ga met mij de weg door het leven
en leid mij naar de Vader.
Heilige Geest, bevestig mij in het goede,
vuur mij aan en heilig mij.
Amen.



6.
Geest van God, beziel de mensen
die iets van uw werk durven overnemen;
die schoonheid scheppen en warmte brengen
en dromen boetseren.
Geest van God, maak van iedere mens een kleine kunstenaar.
Gun iedere mens iets van die immense vreugde
die Gij hebt gevoeld
toen Gij uit chaos een kosmos hebt gemaakt.
Amen.


 
7.
Als we de goede weg kwijt zijn, help ons dan weer op weg, Heer.
Als we geen toekomst meer zien, help ons dan weer op weg, Heer.
Als we onszelf niet meer begrijpen, help ons dan weer op weg, Heer.
Als we moedeloos zijn en zonder veerkracht, help ons dan weer op weg, Heer.
Als het kil is in ons hart, help ons dan weer op weg, Heer.
Als we geen smaak meer vinden in het leven, help ons dan weer op weg, Heer.
Als we de stem van ons hart niet meer horen, help ons dan weer op weg, Heer.
Als we Uw belofte van barmhartigheid vergeten, help ons dan weer op weg, Heer.


 
8.
Heer, open mijn lippen opdat mijn mond uw lof verkondigt
en van Uw goede werken spreekt.
Heer, open mijn ogen opdat ik uw heerlijkheid aanschouw
en de nood van mensen zie.
Heer, ontferm U over ons.

Heer, open mijn oren opdat ik Uw woord verneem
maar ook het lijden van de armen hoor.
Heer, open mijn hart opdat ik ruimte maak voor U
en alle mensen een warm hart toedraag.
Christus, ontferm U over ons.

Heer, open mijn handen, opdat ik de volheid van het leven kan vatten
en gul wordt in het geven.
Heer, open mijn hele gelaat opdat ik naar U toegekeerd mag leven
en alle mensen op mijn weg in openheid ontmoet.
Heer, ontferm U over ons.


9.
Omdat wij te weinig bereid zijn
onze persoonlijke belangen opzij te zetten
voor het geluk van hen met wie we dagelijks samenleven.
Heer, ontferm U over ons.

Omdat wij zo gemakkelijk vergeten
dat ons leven en onze kwaliteiten
ons gegeven zijn als een geschenk
en dat wij daarom onszelf tot een geschenk moeten maken voor anderen:
Christus, ontferm U over ons.

Omdat onze grondhouding zo heel anders is
dan een leven van echte trouw en in dienende liefde.
Heer, ontferm U over ons.


 

10.
Er komt geen vrede
zolang wij de vrede van Christus niet laten heersen in ons hart;
zolang wij berusten in de macht van het kwaad
en niet samen bouwen aan een nieuwe toekomst.
Heer, ontferm U over ons.

Er komt geen vrede zolang wij de roep om gerechtigheid niet horen,
zolang wij het onrecht van ondervoeding en honger dulden
en wij blijven geloven dat macht en onderdrukking
het laatste woord hebben.
Christus, ontferm U over ons.

Er komt geen vrede zolang wij de schepping geweld aandoen,
zolang wij blijven leven in het nu, zonder ons af te vragen
welke wereld wij aan de kinderen nalaten.
Heer, ontferm U over ons.


11.
We worden opgeroepen om elkaar te aanvaarden zoals we zijn,
om in elkaar te geloven.
Maar samenleven en samenwerken is moeilijker dan we vermoeden,
zelfs als we elkaar graag zien.
Heer, ontferm U over ons.


We worden opgeroepen om elkaar steeds nieuwe kansen te geven,
de kans om nieuw te worden.
Maar een hand reiken aan wie ons iets misdeed is moeilijker dan we vermoeden, zelfs als we elkaar graag zien.
Christus, ontferm U over ons.

We worden opgeroepen om muren tussen mensen af te breken,
om contacten te herstellen, om elkaar nodig te hebben.
Maar zwakheden overwinnen
en opnieuw zon brengen in een vertwijfeld hart is moeilijker dan we vermoeden, zelfs als we elkaar graag zien.
Heer, ontferm U over ons.

 
12.
Pr.  Laten wij bij het begin van deze viering
God om vergeving vragen voor de fouten die we maakten
en voor de kansen tot goedheid die wij hebben gemist.


            Omdat wij onvoldoende begrip opbrengen voor elkaar,
            en ons te weinig inzetten voor het geluk van anderen:
            Heer, ontferm U over ons.

            Omdat wij, uit zwakheid of onverschilligheid,
            zo vaak voorbijgaan aan wie ons oprecht liefhebben,
            omdat wij vergeten dankbaar te zijn:
            Christus, ontferm U over ons.

            Om alles wat we voor onze medemens
            hadden kunnen doen en zijn,
            om alles wat ongezegd bleef en ongedaan:
            Heer, ontferm U over ons.


13.
Ik wil wel komen Heer
maar ik weet niet of ik U kan volgen; uw ritme is zo anders dan het mijne.
Ik wil wel komen Heer,
maar Uw kijk op de dingen is veel radicaler dan de mijne.
Ik wil wel komen Heer,
maar of ik echt kan liefhebben weet ik niet.
Uw liefde voor de mensen is veel ruimer dan de mijne.
Ik wil wel komen Heer
maar Uw woord van trouw is goddank
veel sterker dan het mijne.


14.
Tegen de bekoring om het op te geven omwille van tegenwerking,
van roddel of afgunst bidden wij: Heer, ontferm U over ons.

Tegen verlies van geloof in de goedheid van de mens
omwille van onderdrukking, uitbuiting of egoïsme bidden wij:
Christus, ontferm U over ons.

Tegen het opgeven van geloof en vertrouwen,
omwille van de macht en het geweld bidden:
Heer, ontferm U over ons.


15.
Wetend dat de Heer ons nabij is en bewust van eigen broosheid,
bidden wij om vergeving.


Heer, Gij die het kwaad niet wilt en geweld en lijden afwijst; steun ons in onze pogingen onrecht te herstellen en vrede te brengen.
Heer, ontferm U over ons.

Christus, Gij die genezing schonk aan velen; schenk ons de kracht die van U uitging, zodat wij elkaar tot zegen kunnen zijn.
Christus, ontferm U over ons.

Heer, Gij die steeds opnieuw uw geestkracht schenkt,
maak ons geestdriftig, zodat ook wij anderen blijven stimuleren en inspireren.
Heer, ontferm U over ons.


16.
Wij hebben allen onze goede en minder goede dagen.
Laten wij ons daarom bij de aanvang van deze viering
bezinnen over onze houding tot de anderen
en willen wij elkaar vergeving vragen en schenken.

Omdat wij onvoldoende begrip opbrengen voor elkaar
en ons te weinig inzetten voor het geluk van anderen:
Heer, ontferm U over ons.

Omdat wij, uit zwakheid of onverschilligheid, zo vaak voorbijgaan aan wie ons oprecht liefhebben. Omdat wij vergeten dankbaar te zijn:
Christus, ontferm U over ons.

Om alles wat we voor onze medemens hadden kunnen doen en zijn,
om alles wat ongezegd bleef en ongedaan: Heer, ontferm U over ons.


17.
Heer, open ons hart.
Dat wij niet langer op onszelf zijn gericht,
maar ook gehoor geven aan U en aan onze medemensen.
Heer, ontferm U over ons.


Wij luisteren niet altijd naar wat er gezegd wordt.
Dikwijls blijven wij stom voor onze naaste
die nood heeft aan begrip en liefde.
Christus, ontferm U over ons.

Heer, open ons hart voor uw Woord en uw Boodschap.
Wij krijgen zo vaak de kans om uw Woord te beluisteren,
maar zijn soms zo weinig bereid om ernaar te leven.
Heer, ontferm U over ons.

18.
Heer, Gij hebt ons geschapen met ogen om te zien,
maar vaak sluiten wij onze ogen voor onze naaste die in de problemen zit.
Daarom bidden wij: Heer, ontferm U over ons.

Christus, Gij hebt ons oren gegeven om te horen, maar dikwijls zijn wij doof voor de vragen en beden van medemensen in nood.
Daarom vragen wij: Christus, ontferm U over ons.

Heer, Gij hebt ons handen en voeten gegeven om naar de anderen toe te gaan
en hen te helpen. Maar meer dan eens hebben die anderen tevergeefs gewacht.
Daarom bidden wij: Heer, ontferm U over ons.


19.
Vernieuw ons inzicht, God, telkens weer, om te geloven dat Gij er altijd zult zijn, om van U te houden en in het voetspoor van Jezus de weg te gaan naar leven voor iedereen. Heer, ontferm U over ons.

Vernieuw ons inzicht, God, telkens weer, om te zien wat er gebeurt in onze samenleving,  om de kant te blijven kiezen van kwetsbare en uitgesloten mensen, om ten diepste gemeenschap te zijn. Christus, ontferm U over ons.

 
Vernieuw ons inzicht, God, telkens weer, om te zien dat de aarde onze drang naar consumptie niet aankan, om een halt toe te roepen aan de roofbouw
die wij plegen op de natuur en op het leven,  Heer, ontferm U over ons.



20.
God, open ons hart om te leven vanuit uw grenzeloze goedheid die vrij maakt.
Heer, ontferm U over ons.

 
God, open onze blik voor de inzet, de moed en het eigen kunnen van mensen rondom ons. Christus, ontferm U over ons.


God, wakker ons aan, in onze zorg voor elkaar en voor het behoud van de aarde. Heer, ontferm U over ons.



21.
Dat we het onrecht willen zien. Dat we ons daarbij niet neerleggen.
Dat we wegen vinden om daaraan iets te doen. Bekeer ons daartoe.
Heer, ontferm U over ons.

Dat we niet veroordelen en niet vooroordelen koesteren. Dat we eigen ergernis en woede temmen. Dat we mild en zachtmoedig blijven.
Bekeer ons daartoe. Christus, ontferm U over ons.



Dat we ons eigen leven onder ogen durven zien. Dat we ons nog meer laten vormen door het woord van de Heer. Bekeer ons daartoe.
Heer, ontferm U over ons.


22.
Pr. God gunt ons de tijd en de ruimte voor inkeer. Zelfs als wij Hem afwijzen, telt Hij de jaren niet en blijft Hij naar ons uitkijken om ons te kunnen verwelkomen.

-Heer, vaak tellen wij nauwgezet de keren dat ons onrecht werd aangedaan,
terwijl Gij mild en vergevend elke mens tegemoet komt. Heer, ontferm U over ons.

-Christus, in uw liefde worden wij dag na dag herboren, terwijl wij vaak aarzelen om voor anderen nieuwe kansen te scheppen. Christus, ontferm U over ons.

-Heer, dikwijls eigenen wij ons dingen toe, terwijl Gij ons opwacht met onverhoopt geluk waarvoor wij slechts onze handen hoeven te openen.
Heer, ontferm U over ons.



23.
-God, waar kunnen wij U vinden? Misschien wel daar waar we U nog nooit zochten. Misschien moeten we eerst verloren lopen om aan den lijve te ondervinden wie of wat ons echt doet thuiskomen. Heer, ontferm U over ons.

 
-God, in uw liefde laat Gij ons vrij. Ook al doet het U pijn, Gij houdt ons niet tegen als wij U verlaten en verloren lopen. Intussen blijft Gij op ons wachten.
Gij zijt een Vader die zich nooit opdringt, maar die wel altijd blijft hopen
dat zijn kinderen terugkomen. Christus, ontferm U over ons.

 
-God, wat U echt blij maakt is de terugkeer van Uw kinderen. Waak erover dat onze blik niet blijft vasthaken aan het negatieve rondom ons.  Leer ons oog hebben voor kleine tekenen van ommekeer. Dat dit ons blij mag maken... Heer, ontferm U over ons.


24.
Wanneer het me niet meer kan schelen,
wanneer het genoeg is geweest;
wanneer ik terugplooi op mezelf.
Kom dan… Heer, ontferm U over ons.

Wanneer ik bergen wil verzetten,
wanneer ik goed wil zijn voor anderen;
wanneer ik vrede wil brengen onder de mensen,
Kom dan…Christus, ontferm U over ons.

Wanneer ik wil bidden en de stilte niet vind,
wanneer ik wil troosten en de woorden niet ken;
wanneer ik wil helpen en niet weet hoe,
kom dan… Heer, ontferm U over ons.



25.
Als wij wegen gaan die de uwe niet zijn, God,
zoekt Gij ons telkens weer op, opdat ook wij U zouden zoeken
en elkaar terugvinden in vriendschap en vrede.
Heer, ontferm U over ons.

God, Gij spijkert ons niet vast op ons verleden maar geeft ons telkens weer de kans om opnieuw te beginnen, opdat ook wij elkaar die nieuwe kansen zouden geven. Christus, ontferm U over ons.

God, bij wie liefde het eerste en laatste woord is, geef dat wij woorden van vergeving vinden die anderen en onszelf toegankelijk maken
voor U en voor elkaar. Heer, ontferm U over ons.


26.
Vergeef ons, Heer, als we koppig onze eigen weg gaan,
als we alleen aan onszelf denken en daardoor de band met U verliezen.
Heer, ontferm U over ons.

Heer, we hebben elkaar meer nodig dan we laten blijken,
we kunnen meer troosten dan we beseffen, meer dankbaarheid tonen dan we tot nog toe deden. Christus, ontferm U over ons.

 
Vergeef ons Heer, als we mekaar geen nieuwe kansen gaven,
als we er geen zin in hadden mekaar aan te moedigen en te helpen.
Heer, ontferm U over ons.


27.
Gij zijt er wel, mijn God; Gij zijt er altijd. Maar ik geef nog te weinig aandacht aan U. Heer, ontferm U over ons.

Hoe kan ik weten wie Gij zijt, Christus,  als ik die hunker naar U in mij niet levendig houd, Christus, ontferm U over ons.

 Roep mij, God, zodat ik zie, dat ik leef vanuit Uw Aanwezigheid. Heer, ontferm U over ons.


28.
Heer, Gij hebt aan uw leerlingen gevraagd om van U te getuigen. Om onze lauwheid: Heer, ontferm U over ons.

Christus, uw liefde voor alle mensen mogen wij doorgeven. Voor ons tekort aan liefde: Christus, ontferm U over ons.

Heer, wij zijn geroepen tot verantwoordelijkheid voor uw schepping. Voor ons egoïsme: Heer, ontferm U over ons.


29.
Geef ons een ruim hart om lief te hebben, Heer.
Geef ons een sterk hart om te strijden voor het goede.
Heer, ontferm U over ons.

Maak ons tot nieuwe mensen die hun bestaan beleven
als het risico van een verre tocht.
Christus, ontferm U over ons.

Maak ons tot mensen, grenzeloos liefhebbend,
niet gebonden aan rassen of plaatsen, maar mensen
die zij aan zij brood en onderkomen met elkaar delen.
Heer, ontferm U over ons.


30.
Om onze zelfvoldaanheid, waardoor wij onszelf beter achten dan onze medemens, Heer, ontferm U over ons.

Om ons gebrek aan begrip en inleving voor het levensverhaal van vriend en vreemde,
Christus, ontferm U over ons.

Om onze vooringenomenheid, die wij zo moeilijk willen ombuigen tot openheid en geduld, Heer, ontferm U over ons.


31.
Heer,  Gij die onvermoeibaar de mens opzoekt en hem tegemoet komt.
Heer, ontferm U over ons.

Christus, Gij die in ons midden komt als een licht, als liefdeskracht.
Christus, ontferm U over ons.

Heer, Gij die een hart dat kan luisteren met vreugde vervult.
Heer, ontferm U over ons.


32.
Iedere keer dat we elkaar vergeven in plaats van elkaar te lijf te gaan,
maken we Gods onvoorwaardelijke liefde zichtbaar. Voor alle keren dat we daaraan niet toe kwamen, Heer, ontferm U over ons.

 
Iedere keer dat we elkaars wonden verzorgen in plaats van ze dieper te maken, maken we Gods onvoorwaardelijke liefde zichtbaar.
Voor alle keren dat we anderen in de kou lieten staan,
Christus, ontferm U over ons.

Iedere keer dat we elkaar zegenen in plaats van te vervloeken,

maken we Gods onvoorwaardelijke liefde zichtbaar. Voor alle keren dat we hard waren tegenover anderen, Heer, ontferm U over ons.

 

voorbede



1.
Dat de bron, van waaruit de kerkgemeenschap ontstond
maar door zoveel oorzaken vervuild, traag geworden en verzand
voor ons onuitputtelijk en krachtig mag stromen
en tot levend water worden waaruit we kunnen putten.

Dat er steeds weer mensen zijn
die de moed en de energie hebben om te putten aan de Bron;
De tijd nemen om liefde te schenken
en zorg en liefde over te hebben om elkaar te laven.

Dat elk van ons bereid is zich te laven
aan U God, en de dorst van de anderen te herkennen.


2.
Wij bidden U voor hen die het geloof behielden, ondanks alles
en voor hen die in de stromen van de tijd
aan het wankelen zijn gebracht;
voor hen die onzeker zijn geworden omdat zoveel veranderde
en voor hen die ongeduldig werden
omdat er veel te weinig verandert.

Voor hen die bang zijn voor verstarring
en voor hen die vrezen voor vervaging.
Voor hen die alles geven aan hun dienst
en voor hen die terzijde blijven staan.

Voor hen die moeten lijden om Uw Naam
en voor hen die door hun doen en laten
Uw heilige Naam beschadigen.
Voor allen die ons dit uur ter harte gaan
en voor hen die we uit het oog verloren hebben.


 

 
3.
God, wij bidden dat er in onze wereld
uw barmhartigheid er zal zijn
voor mensen die, onverzadigd niet weten wat ze zoeken;
voor mensen die, onbevredigd volharden en zichzelf verliezen.
Voor mensen die met een overgrote honger in hun lijf moeten leven.
Voor mensen die hun eigen overvloed niet kennen,
voor hen die bezeten zijn van hun bezit.
Voor mensen die vereenzamen in hun houden van wat zij hebben.



4.
God onze Vader,
Gij hebt mensen aan elkaar toevertrouwd
om in liefde en goedheid voor elkaar in te staan.
Zegen alle mensen, vaders, moeders, kinderen,
die in liefde en trouw met elkaar verbonden zijn.

We willen bidden
voor mensen die met het verlies van een geliefde moeten verder leven,
dat zij veel goedheid van medemensen ervaren.
voor mensen die hun trouw en liefde niet kunnen waarmaken
en nu gescheiden verder leven,
dat zij een luisterend en begrijpend hart vinden.

Voor de kinderen uit gebroken gezinnen
dat zij door het voorleven van gelovige gezinnen
hun vertrouwen in het leven en de liefde mogen bewaren.
voor mensen die elkaar steeds weer zoeken, vinden, vergeven, en vertrouwen.
dat hun trouw aanstekelijk mag werken op vele medemensen.

 
5.
Bidden wij dat wij als Jezus worden, mensen in nood opzoeken,
en niet voorbijgaan aan hun diepste vragen. Laten wij bidden.

Bidden we dat de Kerk de ziekenzorg ten zeerste behartigt
als een bijzondere opdracht. Laten wij bidden.

Bidden wij dat wie als dokter, verpleegkundige
of andere gezondheidswerker omgaat met zieken
een ruim hart hebben
voor al wie aan hun zorgen zijn toevertrouwd.
Laten wij bidden.

6.
Laten wij bidden dat we door onze welvaart niet blind worden
voor hen die tekort komen:
dat wij in Jezus’ Geest delende mensen zijn.

Laten wij bidden dat we door onze overvloed niet voorbij leven
aan Hem die het ons geeft:
dat wij in Jezus’ Geest dankbare mensen zijn.

Laten wij bidden dat we door alle drukte niet doof raken
voor Gods bedoelingen:
dat we ons voeden met Zijn mensgeworden Woord.

Laten wij bidden dat we onderweg met elkaar
ons voeden met Hem die zich aan ons geeft:
dat wij voortaan doen wat Hij ons heeft voorgedaan.


7.
Bidden we voor hen die worden vervolgd omwille van hun overtuiging.
Bidden we om gelijke kansen voor hen die worden achtergesteld
vanwege hun huidskleur, hun afkomst of hun anders-zijn.
Zij zijn en blijven: beeld van God.
Laten wij bidden…


Bidden we om levensruimte en eindelijk rust
voor hen die, van huis en haard verdreven,
over de aarde worden opgejaagd.
Bidden we om zorg en aandacht
voor hen die, in de ban van een verslaving,
hun gezondheid schaden, hun toekomst vergooien.
Zij zijn en blijven: beeld van God.
Laten wij bidden…

Bidden we om een liefdevolle nabijheid
voor allen die, omwille van ziekte of ouderdom,
helemaal afhankelijk zijn van anderen.
Zij zijn en blijven: beeld van God.
Laten wij bidden…


8.
Bidden we voor mensen die hun vertrouwen verloren hebben,
die geen toekomst meer zien,
die niet meer geloven dat het anders kan.
Dat zij de kracht van Gods levengevende liefde opnieuw mogen ervaren.
Laten wij bidden…


Bidden we voor allen die het niet opgeven te strijden voor een betere wereld; voor hen die opkomen voor rechtvaardigheid en vrede, die vechten tegen zoveel vooroordelen. Dat ze mogen volhouden en ervan overtuigd zijn dat het onmogelijke mogelijk wordt.
Laten wij bidden…

Bidden we voor onszelf. Dat we niet berusten, dat we blijven zoeken
en wegen vinden om U ter sprake te brengen, God, om heil en genezing te brengen aan allen die wij ontmoeten. Laten wij bidden…

God, geef ons de moed om U altijd weer op te zoeken.
Wees ons nabij, vandaag en alle dagen. Amen.


9.
Omdat geloven meer van ons vraagt
dan alleen belijden met de mond, bidden wij:
om bewogenheid en daadkracht,
om enthousiasme en goede moed
voor onszelf en voor allen die ons leiden.
Laten wij bidden…


Omdat geloven pas zichtbaar wordt  in onze manier van leven
en onze dienstbaarheid aan elkaar, bidden wij:
om onderlinge liefde,  om onze solidariteit met de minstbedeelden,
om onze nooit aflatende zorg voor de rechtelozen.
Laten wij bidden…

Omdat geloven vaak een lange, moeizame weg is, bidden wij:
om doorzettingsvermogen,
om uitzicht en vertrouwen in de toekomst,
om mensen die met elkaar willen samenwerken
en zich laten inspireren door Gods Geest.
Laten wij bidden…


10.
Bidden we voor alle mensen die het gevoel hebben
dat er niet naar hen wordt geluisterd,
dat ze niet au sérieux worden genomen.
Dat er mensen in hun leven komen
die hun gebrekkig uitgesproken woorden verstaan.
Laten wij bidden…


Bidden we voor alle mensen die het gevoel hebben
dat ze niet in staat zijn te zeggen wat hen bezig houdt.
Dat ze mensen mogen ontmoeten die hen helpen bij het spreken.
Laten wij bidden…


Bidden we voor mensen die teleurgesteld en verbitterd zijn
door de tegenslagen die ze hebben moeten incasseren.
Dat ze mensen mogen ontmoeten die hen weer doen geloven in morgen.
Laten wij bidden…

Bidden we voor alle mensen
die zo op zichzelf betrokken zijn
dat ze geen oor en geen oog meer hebben
voor de noodkreet van anderen.
Dat hun oren en ogen weer mogen opengaan.
Laten wij bidden…


11.
Ontsteken wij een licht
voor wie gekwetst zijn in hun waarde,
geraakt in hun eergevoel,
beschaamd in hun vertrouwen.
Dat wij geen littekens toevoegen
maar betrouwbare mensen voor hen zijn.
Laten we even bidden in de stilte van ons eigen hart

Ontsteken wij een licht
voor alle leven dat ons ontglipt,
door uitsluiting, door eenzaamheid,
omdat het geen kansen kreeg
of alle perspectief verloor.
Laten we even bidden in de stilte van ons eigen hart.

Ontsteken wij een licht
voor wie het te kwaad kregen
met het donker,
voor wie geen energie meer over heeft,
wie op de pechstrook staat van deze maatschappij,
aan de zelfkant van onze vooruitgang.
Laten we even bidden in de stilte van ons eigen hart

Ontsteken wij een licht voor wie gekleineerd worden
door de kansarmoede, behekst door de allesbeheersende vraag
naar leven en overleven: dat wij hun moeilijke bestaan willen delen
Laten we even bidden in de stilte van ons eigen hart


Ontsteken wij een licht
voor wie hulp bieden en terzijde staan,
voor wie het een heilige plicht is
kansen te blijven zien in mensen, ook als zij afgeschreven heten:
dat zij in hun geloof in mensen niets van U mogen herkennen.
Laten we even bidden in de stilte van ons eigen hart

Ontsteken wij een licht voor elkaar en onszelf:
dat wij instrument en hefboom willen zijn
van Uw toegewijde aandacht,
van Uw allereerste en Uw allerlaatste woord
dat recht heet en ontferming.
Laten we even bidden in de stilte van ons eigen hart


12.
Onze wereld heeft nood aan mensen die durven dromen.
Bidden wij om zegen  voor allen die blijven geloven in een toekomst voor onze aarde  en die vol vertrouwen daaraan blijven werken.
Moge wijzelf zulke mensen zijn.  Laten wij bidden…

 
Onze wereld heeft nood aan mensen met doorzettingsvermogen.
Bidden wij om zegen
voor allen die zich niet laten door tegenslagen ontmoedigen,
die anderen inspireren en weten mee te krijgen
in hun strijd voor vrede en rechtvaardigheid.
Moge wijzelf zulke mensen zijn.
Laten wij bidden…

 
Onze wereld heeft nood aan mensen met inlevingsvermogen.
Bidden wij om zegen voor allen die het roepen en het lijden van de aarde en van de mensen zien en horen, die bij dit leed bevrijdend nabij willen zijn.
Moge wijzelf zulke mensen zijn.  Laten wij bidden…


13.
Bidden wij voor mensen overal ter wereld die moeten lijden voor de goede zaak. Voor hen die de vrede dienen, maar daarvoor geweld ondervinden.  Dat zij in de Heer Jezus hun kracht en genezing vinden.  Laten wij bidden…

Bidden wij voor alle mensen die goed willen zijn, maar die geminacht worden om hun zachtmoedigheid.  Voor mensen die thuis, in de buurt en parochie de stille dienaars zijn, zonder veel lawaai en woorden. Dat zij niet terugdeinzen als ze tegenwind krijgen. Laten wij bidden…

 
Bidden wij voor allen die in Jezus willen geloven. Dat zij niet bang zijn om van hun geloof getuigenis af te leggen. Dat zij blijven zoeken naar nieuwe mogelijkheden om met enthousiasme handen en voeten te geven aan Gods Blijde Boodschap. Laten wij bidden…


14.
Pr. Onze God is barmhartig en laat zijn mensen nooit in de steek. Bidden wij:

Voor allen die ons door hun getuigenis herinneren aan onze opdracht als christenen: voor catechisten, opvoeders, bezielers van sociale bewegingen en allen die pastoraal actief zijn. Dat hun inzet ons mag sterken in ons geloof in de Verrezen Heer.
Laten wij bidden…

 
Bidden we voor alle christenen. Dat zij een echte gemeenschap van liefde mogen vormen waar plaats is voor alle mensen van goede wil.
Laten wij bidden…

Bidden we voor onze eigen Kerkgemeenschap. Dat we nooit zouden vervallen in routine of sleur, maar steeds alert zouden blijven voor Gods uitnodiging om ons te engageren voor zijn Goede Boodschap. Laten we bidden…


15.
Bidden wij als geloofsgemeenschap. Dat wij elkaar, in de Geest van Jezus, op de been houden. Voor de vromen: dat zij groeien tot het besef
dat God ook wordt gediend in medemensen. Laten wij bidden…

Bidden we voor hen die vastzitten in het aardse; voor hen die afstandelijk zijn en kil. Dat zij groeien in het besef dat God zich ook laat ontmoeten in gebed en stilte. Laten wij bidden…

Bidden we voor hen die hun leven bouwen op de pijlers van geloof, hoop en liefde. En voor allen die in woord en daad van Jezus getuigen, ver weg, of dicht bij huis. Laten wij bidden…


16.
Bidden wij voor allen die op hun levensweg overvallen werden door tegenspoed, gewond geraakten naar geest of lichaam, of beroofd werden van hun idealen en toekomstperspectieven. Dat zij bekommerde en barmhartige medemensen ontmoeten. Laten wij bidden…

 
Bidden wij voor hen die hun medemens onverschillig voorbijlopen,
die het leed van anderen ontwijken, haastig hun eigen weg vervolgen
of alleen maar goede raad geven en niets doen.
Laten wij bidden…


Bidden wij voor allen die stilstaan bij wat mensen overkomt; voor allen die mensen
weer overeind helpen, hen weer op weg zetten en een eind met hen meegaan. Laten wij bidden…


17.
Vader, wij bevelen U aan:  de armen ver weg en dichtbij, de mensen die voorgelogen worden, uitgebuit, verkocht of aan de kant geschoven. Geef hun moed om overeind te blijven, en geef hun bondgenoten die hen hierbij helpen. Laten wij bidden…


Vader, wij bevelen U aan: de machtigen en de sterken die - bewust of onbewust - anderen onrecht aandoen. Geef hun een nieuw hart en nieuwe ogen. Laten wij bidden…

 
Vader, wij bevelen U aan: allen aan wie het beheer van geld en goederen is toevertrouwd. Dat ze zich bij het vervullen van hun taak zouden laten leiden door Gods zorg voor elk van zijn kinderen.
Laten wij bidden…


18.
Bidden wij voor mensen die verloren lopen, omdat zij op hun werk ontslagen werden; omdat ze vastgepind worden op hun verleden.
Moge zij zich laten vinden door medemensen  die hen tegemoet komen.
Laten we bidden…

Bidden wij voor mensen die van zichzelf vervreemd zijn, die - al of niet door eigen schuld- hun eigenwaarde verloren. Mogen zij zich laten vinden door medemensen  die hen doen thuiskomen bij zichzelf. Laten we bidden.

Bidden wij voor Gods Kerk. Dat zij mild en vergevingsgezind haar weg zoekt, dat ze niemand buitensluit of afschrijft, dat ze blijft zoeken
naar ieder die het spoor bijster is. Laten we bidden.

gebed over de gaven



1.
Goede God, Gij weet van onze lege handen.
Gij kent de armzaligheid waarmee wij onszelf willen redden en het niet kunnen.
Geef ons ook vandaag het brood dat ons verzadigd,
dat ons zoeken vervult en ons aanstekelijk maakt voor elkaar.
Door Jezus Christus, onze Heer.
Amen


2.
God van het verbond, aanvaard uit onze handen dit brood en deze wijn
en herschep ze tot tekenen van Uw genegenheid
en van Uw nooit aflatende trouw.
Herschep ook ons en maak ons tot mensen
naar het beeld van Jezus Messias, Uw zoon en onze Heer.
Amen


3.

God, in dit teken van brood en wijn
gedenken we dat Jezus bij uitstek
uw beeld is in de gestalte van een mens.
Geef dat wij in alles wat wij ondernemen
blijven reiken naar zijn gelijkenis.
Dit vragen we U omwille van ieders welzijn. Amen.


4.
God en Vader,
maak ons tot delen en breken bereid.
Dan zullen zij die veel hebben verzameld,  niet te veel hebben,
en zij die weinig bezitten,  niet tekortkomen.
Voed ons op tot samenhorigheid
en tot welgemeende zorg voor elkaar.
Dat vragen wij U uit kracht van Hem,
die arm werd opdat wij rijk zouden worden,
Jezus Messias, uw Zoon en onze Heer. Amen


5.
Heer, onze God,
met het teken van brood en wijn
gedenken we de levensweg van Jezus.
Hij is de mens in zijn gebrokenheid nabij.
Geef ons hernieuwde kracht om met uw Zoon
de levensweg naar U te gaan.
Dit vragen we U door Hem
die ons verlossing aanzegt. Amen.


 
 
6.
Heer, Jezus Christus,
in de tekenen van brood en wijn
hebt Gij U aan ons gegeven
opdat wij ons zouden toewijden aan elkaar.
Leer ons dat het met elkaar delen van ons bezit, onze tijd en ons werk,
onze opwekkende woorden en vruchtbare daden,
ons en mekaar gelukkig maken.
Blijf ons nabij, levende Heer,
blijf ons bezielen met uw zachtmoedigheid. Amen.


7.
God, Gij die gezegd hebt: “Ik zal er zijn”,
Gij die ons kent
en ons bij onze naam roept,
aanvaard deze gaven,
symbool van onze gemeenschappelijke inzet
om voor elkaar vrucht te dragen
naar het voorbeeld van Jezus, uw Zoon en onze Broeder. Amen.


8.
Goede God,
in het teken van brood en wijn
gedenken we uw verrezen Zoon Jezus.
Geef dat wij bemoedigd door Zijn voorbeeld,

ook doorheen lijden en dood,
blijven hopen op een nieuw begin.
Dit vragen we U voor alle dagen van ons leven. Amen.


9.
God,
laat dit brood en deze wijn
voor ons een uitnodiging zijn
om met open handen en een warm hart
naar mensen toe te gaan
en hen te omringen met luisterende aandacht,
gedragen door Uw aanwezigheid.
Amen.


10.
God, onze Vader, als wij iets voor U doen,
dan zijn wij veilig in uw handen.
Als wij werken voor ons dagelijks brood,
dan zorgt Gij voor ons als een Goede Herder.
Help ons om mensen gelukkig te maken.
Help ons om ons leven ten dienst te stellen
van Jezus onze Heer.
Hij deelde zijn leven
omdat Hij vertrouwde op U, Zijn Vader.
Geef ons diezelfde moed en hetzelfde vertrouwen. Amen




11.
Heer, onze God,
wij bieden U dit brood aan,
symbool van uw oproep tot breken en delen
en gemeenschap vormen met allen.
Wij bieden U de wijn aan,
teken van uw belofte
dat al het goede overeind blijft en gelukkig maakt.
Wij bieden U onszelf aan en bidden
dat wij een teken van uw liefde mogen zijn,
door Christus, onze Heer. Amen.



12.
Heer, onze God,

veel meer dan in woorden
zijt Gij herkenbaar in daden van liefde en genegenheid.
Daarom heeft uw Zoon zijn leven gegeven

en delen wij vandaag dit brood en deze wijn.
Moge deze tekenen ons tot mensen maken
die in hun doen en laten
steeds meer gaan gelijken op Jezus,
door U gezonden als Voorbeeld voor ons. Amen.


13.
Laten wij al het goede teruggeven
aan de allerhoogste en verheven Heer God
en erkennen dat al het goede van Hem is.
Mocht God gezegend zijn
tot in eeuwigheid.
Amen.


14.
God, vele graankorrels vormen samen één brood
en vele druiven werden geperst
tot deze ene beker wijn.
Zo willen ook wij met U en met elkaar
verbonden zijn.
Aanvaard deze gaven als een teken
van onze bereidheid
om ook voor elkaar als gebroken brood te zijn,
als geschonken wijn. Amen.


15.
God, wij danken U, omdat Gij ons uitnodigt
maaltijd te houden met uw Zoon

die bereid was voor anderen te leven
en te sterven.

Wij bidden U, dat ook wij zouden doen
wat Hij ons heeft voorgedaan.

Laat vriendschap en gastvrijheid
onder ons heersen

als tekenen van Uw aanwezigheid. Amen.

 

 16.
Heer, Gij hebt willen wonen te midden van ons.
Gij wilt voor ons een gastheer zijn,
die ons aan uw tafel verwacht.
Zie naar onze bescheiden gaven,
tekenen van onze goede wil.
Kom over ons en beziel ons met uw Geest.
Dit vragen wij U vandaag en alle dagen van ons leven.  Amen.


17.
Heer, onze God, met het aanbieden van dit brood en deze wijn
vragen wij U om onder ons aanwezig te zijn.
Uw antwoord is Jezus:   Brood voor het leven, onze Hoop en onze Vrede. Amen.


18.
Zorgzame en nabije God,

brood en wijn zetten wij op uw tafel,
tekens van uw dagelijkse zorg voor ons,
teken ook van onze dagelijkse inzet.
Maak ze ook tot tastbare tekens
van uw liefdesverbond met ons

in Jezus Christus, uw Zoon en onze Heer. Amen.


19.
God en Vader,
Gij hebt de aarde groeikracht gegeven.
Uit die wasdom
bieden wij U brood en wijn aan,
vruchten van de aarde
en van het werk van mensenhanden.

Vorm ze voor ons om tot nieuwe levenskracht,
geënt op Jezus,
die als zaad in de aarde is gestorven
 
en levend brood werd,
gebroken tot heil van ons allen. Amen.



20.
Goede God,
aanvaard ons met ons klein
en zo voorwaardelijk geloof.

Voed en sterk ons met uw gaven.
Maak ons hongerig naar wat echt is en waar,
en doe ons leven vanuit uw kracht.
Dat vragen wij U in Jezus’ naam. Amen.